Voor trapliften geldt geen verplichte wetgeving, maar wel de zogenaamde zorgplicht: het in orde hebben en houden van de installatie en het kunnen aantonen dat men er alles aan doet om de veiligheid te garanderen. Er is daarom een NEN-norm van toepassing ten aanzien van veiligheidseisen voor trapliften, NEN-EN 81-40. Deze norm beschrijft veiligheidsregels voor het vervaardigen en aanbrengen van trapliften. Verder worden er eisen gesteld aan de opstelling, constructie en de elektrische installatie van trapliften.
De norm is van toepassing op elektrisch aangedreven trapliften voor het vervoer van personen en goederen over trappen, langs een geleiding.
Het toepassen van de norm kan worden geëist door de eigenaar van de installatie, verzekeraar of de gemeente. De gemeente verstrekt subsidie (WMO = Wet Maatschappelijke Ondersteuning) voor het plaatsen en in werking hebben en houden van een traplift. Er wordt dan meestal verwacht dat de traplift voldoet aan de veiligheidseisen zoals deze in NEN-EN 81-40 zijn opgenomen.
Daarnaast wil de eigenaar, en vaak ook de verzekeraar, er zeker van zijn dat de traplift functioneert zoals deze hoort te functioneren. Met een keuringsrapport en een certificaat kan worden aangetoond dat de traplift voldoet aan NEN-EN 81-40.
Wanneer de traplift is gekeurd volgens NEN-EN 81-40 is een dergelijk certificaat 12 maanden geldig. Bij goedkeuring wordt de traplift, net als bij een “gewone” liftinstallatie, voorzien van een keuringsrapport met certificaat en wordt de installatie voorzien van een goedkeuringssticker. Tevens wordt geadviseerd om de geconstateerde gebreken en vermelde opmerkingen bij een keuring zo spoedig mogelijk op te volgen.
Goedkeuring kan slechts plaatsvinden wanneer de traplift ook regelmatig wordt onderhouden. Geadviseerd wordt om het onderhoud jaarlijks te laten plaatsvinden door een deskundige leverancier, één en ander afhankelijk van de gebruiksintensiteit.