- Richtlijn Machines 42/EG
Ontwerp- en gebruiksrichtlijnen voor een veilige werking van bewegende machines en installaties en/of machine- en installatiedelen. E.e.a. is van toepassing bij het ontwerpen en installeren van liftinstallaties, roltrappen en bijbehorende voorzieningen;
- NEN EN 13015, NEN-EN 115-1, NEN EN 115-2;
- NEN-EN 115-1 geeft handvatten voor het ontwerpen van veilige roltrapinstallaties (nieuwbouw). In deze richtlijn wordt de productaansprakelijkheid gelegd bij de fabrikant. Om dit proces beheersbaar en controleerbaar te houden is NEN EN 13015 bekrachtigd. Deze norm specificeert de elementen die nodig zijn bij het opstellen van de instructies voor de onderhoudswerkzaamheden, die worden verstrekt bij nieuw geïnstalleerde personenliften, personen-goederenliften, betreedbare goederenliften, klein-goederenliften, roltrappen en rolpaden. Deze norm heeft betrekking op:
a) Instructies voor de montage en de sloop
b) Alle wettelijke onderzoeken en beproevingen gebaseerd op nationale regelgeving. Deze norm omschrijft hoe liftinstallaties vervaardigd en onderhouden dienen te worden;
- De installaties mogen onder de vervaardigingsnorm worden gekeurd. NEN EN 13015 verplicht eigenaren om installaties veilig in gebruik te houden. Indien hieraan niet wordt voldaan, worden eigenaren aansprakelijk gesteld bij calamiteiten. Bij oplevering van de roltrap dienen dan ook onderhoud- en bedieningsinstructies te worden bijgeleverd
- NEN-EN 115 omschrijft de veiligheidsvoorschriften voor het vervaardigen en aanbrengen van roltrappen en rolpaden;
- NEN EN 115-2 omschrijft de omgevingsfactoren en de veiligheidsregels voor bestaande roltrappen;
- Richtlijn Machines voor installaties van 1956 tot 1998. Deze richtlijn omschrijft de veiligheidsvoorschriften voor het vervaardigen en aanbrengen van Machines waaronder roltrappen en rolpaden. Dit geldt alleen voor installaties welke geplaatst zijn tussen 1956 en 1998;
- Conform het Arbeidsomstandighedenbesluit is men periodiek keuringsplichting. Één maal per 12 maanden wordt aangehouden als zijnde maatstaf, echter mag hiervan door middel van de juiste onderbouwing afgeweken worden.
De keurende instanties moeten bij de keuring ook nagaan of de roltrappen en de omgeving zodanig zijn ingericht, dat het gebruik, onderhoud en keuring veilig kunnen worden uitgevoerd. Alle keuringspunten en opmerkingen worden op het keuringsrapport vermeld. Van de eigenaar wordt verwacht dat alle genoteerde bemerkingen bij de eerstvolgende inspectie binnen twee keuringen zijn opgelost, afhankelijk van de risicograad van de opmerking.
Adviezen en constateringen uit onderhouds- en inspectierapporten dienen inhoudelijk beoordeeld en, waar nodig, opgevolgd te worden.