De fotovoltaïsche-systemen zijn op te delen in twee typen zonne-energiesystemen:
Deze notitie beperkt zich tot de zonne-stroomsystemen.
Landelijke wetgeving specifiek gericht op fotovoltaïsche-systemen is nog niet aanwezig, uitgezonderd enkele eisen ten aanzien van het Bouwbesluit 2012 en bijvoorbeeld de Monumentenwet. Het Bouwbesluit 2012 stelt echter vooral technische eisen aan deze systemen in het kader van energiezuinigheid vanuit het thema verduurzaming van nieuwe gebouwen en woningen. Dit gebeurt met behulp van de BENG energie eisen. De Monumentenwet zegt puur en alleen iets over de noodzaak voor een vergunning om dit op een monument te realiseren. Wel is het zo dat het Bouwbesluit 2012 eisen stelt aan fotovoltaïsche-systemen in de opvatting dat het een elektrische installatie betreft of het een onderdeel van de elektrische installatie betreft. Daarover is in het Bouwbesluit 2012 voorgeschreven dat in gebouwen aanwezige elektrotechnische installaties blijvend moeten voldoen aan eisen zoals in NEN 1010 worden gesteld. Hierbij geldt dat volgens de Regeling Bouwbesluit alleen de onderdelen van toepassing zijn die technische voorschriften uit oogpunt van veiligheid bevatten over een voorziening voor elektriciteit. Medewerkers en derden, die met elektrische systemen omgaan, dienen op het juiste niveau geïnstrueerd te zijn over de gevaren en de wijze van werken met de aanwezige elektrische systemen.
Zonne-energie installaties moeten voldoen aan de norm NEN 1010 rubriek 712; hierin staan aanvullende bepalingen voor fotovoltaïsche systemen. Zo kunnen bijvoorbeeld afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden ook maatregelen voor het mitigeren van de effecten van blikseminslag en overspanning wenselijk zijn. Er zijn ook praktijkrichtlijnen opgesteld voor zowel bouwkundige- als installatietechnische richtlijnen.
Ten aanzien van het lastige item “brandveiligheid” in het thema Fotovoltaïsche (PV) systemen, wordt er (met nagestreefde termijn 2022) gewerkt aan bijwerken van de bestaande norm NEN 7250 wat betreft deze systemen gelegen in of op de gebouwschil. Hierin worden beoordelingsaspecten uit het Bouwbesluit 2012 opgenomen, waardoor de norm in dat opzicht ook een wettelijk kader krijgt. NEN 7250 gaat onder andere in op de windbelasting, brand(ontwikkeling) en vochtwerendheid. Waar de mogelijkheden in de norm tekort schieten, wordt een aanvullende nieuwe norm opgesteld ten aanzien van brandveiligheid in deze installaties. Het doel is een brandveiligheidsbeoordeling of een brandveiligheidstest voor Fotovoltaïsche (PV) systemen.
In directe zin stelt het Bouwbesluit 2012 eisen aan de draagkracht van daken. In indirecte zin dient met dit aspect rekening gehouden te worden indien er installaties, zoals fotovoltaïsche-systemen, op geplaatst worden. Hierdoor stelt het Bouwbesluit 2012 dus ook eisen aan de constructieve veiligheid en duidt daarmee aan welke eisen de ondergrond van fotovoltaïsche-systemen dient te voldoen.
Gezien de aanzienlijke schade welke de afgelopen jaren door brand veroorzaakt is door deze systemen, stellen ook verzekeringsmaatschappijen steeds vaker eisen aan het moeten opvolgen van normen en richtlijnen zoals hierboven genoemd.
Certificatie en register
Het handboek is de basis van een leergang zonne-energie die wordt afgerond met een Cito-examen. De overheid ziet toe op de kwaliteit van deze leergang. Daarom kunnen vakkundige installateurs van fotovoltaïsche (pv-)installaties nu worden gecertificeerd door Cito. En hun opleidingen kunnen worden geaccrediteerd door de stichting Kwaliteitsborging Installatiesector. Dit alles op basis van normen als objectieve en onafhankelijke maatstaven.
Erkenningsregeling
Vakbekwame installateurs moeten vanzelfsprekend op de hoogte zijn van de normen en eisen voor zonne-energiesystemen. Daarnaast beschikken ze over een erkenningsregeling voor deze installaties. Er zijn drie persoonsgebonden certificaten:
Landelijk register
Gekwalificeerde zonne-energie installateurs zijn te vinden op: www.qbisnl.nl. Dit is een openbaar, onafhankelijk register van gekwalificeerde vakmensen en bedrijven in duurzame technieken. Het platform is mede op verzoek van de overheid opgericht.
Toepassen PV systemen (zonnepanelen)
Vanuit de Europese richtlijn Renewable Energy Directive II (RED II) legt de Nederlandse overheid per 1 februari 2022 de verplichting op om bij een ingrijpende renovatie een minimale hoeveelheid hernieuwbare energie (onderdeel van de BENG-eisen) in te kleden binnen de renovatiedoelen. Dit geldt in geval van nieuwbouw én ingrijpende renovatie. In Nederland wordt de oppervlaktemethode toegepast om te bepalen of een renovatie ingrijpend is of niet. Zodra er meer dan 25% van de gebouwschil wordt vernieuwd, is hier sprake van. Naast de oppervlaktemethode wordt er gekeken naar de scope van de renovatie. Indien er binnen de scope sprake is van wijziging aan/vervanging van de technische systemen die zorgen voor verwarming, koeling en/of ventilatie in het bouwwerk, dan wordt in dat geval toepassing van zonnepanelen als een van de mogelijke oplossingen met als doel het (deels) toepassen van hernieuwbare energie (of reduceren gebruik fossiele brandstoffen) voorgeschreven indien in bovengenoemde situatie eveneens de eerder genoemde 25% regel wordt overschreden. De eis is dat er dan naar verhouding van het dakoppervlak 15 procent daarvan als oppervlak van zonnepanelen toegepast dient te worden. Dit komt veelal overeen met een minimum eis van 7 panelen voor een tussenwoning, 12 panelen op een klein kantoorgebouw van ca. 300 m2 en 64 panelen voor een woongebouw met ca. 35 woningen. Er zijn uitzonderingen op de verplichtingen op basis van de voorgeschreven oppervlaktemethode, zodra er sprake is van renovatie welke geen betrekking heeft op de integrale gebouwschil. Voorbeelden zijn (na)isolatie van spouwmuren, enkelsteens buitenmuren of daken (onder dakpannen of dakbeschot). Eveneens vervalt de verplichting in geval van gebouwen met als hoofd gebruiksfunctie, een functie met een lage energievraag of indien bouwwerken op een warmtenet aangesloten zijn of dat aantoonbaar binnen 3 jaar na renovatie gaan worden. De verplichting vervalt ook indien het technisch vrijwel onmogelijk is om de systemen toe te passen of de locatie gebonden omstandigheden dit niet toelaten. Er geldt een terugverdientijd van 10 jaar. Indien dit overschreden wordt, vervalt de maatregel waarop die overschrijding van toepassing is. Overige maatregelen worden op zichzelf staand beschouwd en dienen dan (indien wel binnen 10 jaar terugverdiend) alsnog getroffen te worden.
Inspectie
De visuele controle en de metingen staan omschreven in de Nederlandse Technische Afspraak NTA 8013 en de wereldwijde norm NEN-EN-IEC 62446. De Nederlandse afspraak is een aanvulling op NEN 1010-deel 6 over elektrotechnische inspecties. Daarnaast is er met de verschillende marktpartijen (o.a. verzekeraars en brancheorganisaties) in samenwerking met SCIOS een nieuwe scope ontwikkeld; scope 12. Scope 12 is een zelfstandige inspectie die niet voortbouwt op andere inspecties. De scope 12 inspectie kent een onderscheid in een eerste inspectie (EBI) en periodieke vervolginspecties (PI). De werkzaamheden van de inspecties verschillen. Bij de EBI wordt een aantal zaken onderzocht die niet telkens bij een PI herhaald hoeven te worden. Daarnaast is de EBI vooral gericht op de kwaliteit van de aanleg: voldoet de installatie aan de geldende normen en de instructies van de fabrikant.
De bovenstaande inspecties kunnen worden uitgevoerd door middel van vakbekwame personen waarbij de vakbekwaamheid zal moeten kunnen worden aangetoond door gedegen opleiding(en) waarbij een certificaat/diploma is behaald. Voor SCIOS scope 12 dient tevens het bedrijf gecertificeerd te zijn.
Zonnepanelen hebben weinig onderhoud nodig. Eventueel vuil wordt namelijk automatisch van uw zonnepanelen afgespoeld door regen of sneeuw. Het is echter wel belangrijk om uw zonnepanelen regelmatig te controleren op eventueel vuil dat is achtergebleven, zoals bladeren of stof. Als dit vuil blijft zitten, kan dit namelijk een negatief effect hebben op het rendement van uw zonnepanelen. Zo kunnen de zonnepanelen door vuil wel 2% tot 3% aan rendement verliezen. Zorg er daarom voor dat uw zonnepanelen schoon zijn, om zo een hoge opbrengst te garanderen. Ook is het belangrijk om te voldoen aan de zorgplicht; daarom zullen uw zonnepanelen met enige regelmaat moeten worden geïnspecteerd op eventuele beschadigingen of defecten. Hierdoor zorgt u niet alleen voor een hoog rendement, maar ook voor een extra lange levensduur.
De meeste zonnepanelen hebben een levensduur van minstens 25 jaar. Een belangrijk onderdeel van de zonnepanelen, namelijk de omvormer, gaat echter slechts 10 tot 12 jaar mee. U moet er dus rekening mee houden dat u deze omvormer een keer moet vervangen.
© Melford B.V. 2022